Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En het geschiedde, als al onze vijanden [dit] hoorden, zo vreesden al de heidenen, die rondom ons waren, en zij [30]vervielen zeer in hun ogen; want zij merkten, dat dit werk van onzen God gedaan was. 30. Dat is, hun gelaat verviel van mismoedigheid, of zij dachten dat zij na dezen geen macht meer zouden hebben om de Joden te bestrijden. Vergelijk Job 12:3 met de aantekening.